aalscolver poeptWeert 21 oktober 2012

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Iets uit de Hinnuleus-groep met een zoete prettige geur kan in de Dam-tabel alleen C. hinnuloides (zoetgeurende gordijnzwam zijn. Geen foto's in boeken die ik heb en geen afbeeldingen op het Web. Sporenmaten gecontroleerd met Info Kleine Kryptogamenflora IIb/2 en die kloppen.

 

Dit dachten we eigenlijk in het veld al.  Entoloma hebes, de dunsteelsatijnzwam

 

 

Dit dachten we eigenlijk in het veld al

Psilocybe elongata, bleke moeraszwavelkop. Microscopisch ook kloppend.

 

 

Psilocybe ericaeoides, gele moeraszwavelkop. Ook microscopisch kloppend.

 

 

Cortinarius helveolus, de oranje eikengordijnzwam. Stond onder de grote eik bij de sloot in een enorme groep. Ik heb alleen wat "determineerfoto's" omdat ik hier een beetje door mijn rug ging. Klopt op alle mannieren zelfs de sporen zijn slank Q=1.75. Ben ik heel tevreden mee.

 

Cortinarius hemitrichus, Witschubbige gordijnzwam wat ik ook wel dacht in het veld maar ze waren zo "grof". Ik zie deze bijna alleen in moerasbos(berkenbroek) Dat is de vorm palustris en die is "dunner"

 

Cortinarius uliginosus, koperrode gordijnzwam. Eerste vennetje die mooie groep. Ik ben hier heel lang mee bezig geweest want  de gele wilgengordijnzwam van Arno is dit zeker niet. De foto's op waarneming laten een veel geler en velumloos paddenstoeltje zien dat veel dieper in het veenmos zat dan deze. Deze groep hangt aan elkaar van de subtiele kleurstellingen terwijl de sporenmaten elkaar vaak overlappen. Ik heb de kleuren laten bepalen door de buurvrouw. Vrouwen zijn daar beter in.

Op het einde van de dag maak je geen goede foto's meer. Dit is Russula puellaris, de vergelende russula. Sporeekleur/sporenmaat en hoedhuid klopt. Ik kon hem determineren door dat reservehoedje wat bovenop de grote liggende groeide en nog niet was aangetast met de een of andere schimmel.

 

 

Dit russulaatje hebben we bij beide vennetjes gezien in het struikwilgstruweel. Is lid van de verrotte garnalenclub en verkleurt blauwgroen met ijzersulfaat. Met Funga Nordica gedetermineerd als Russula subrubens, de wilgenrussula.

 

 

Dat de witte falcata zou zijn was ik al bang voor. De grote blijkt dus ook falcata te zijn in oudere vorm

 

Wat niet lukte

Ik had nog 2 staalsteeltjes uit de Krang. In beide gevallen kwam er een doordringende penetrante geur uit de zakjes. Helaas al verrot voor ik er wat mee kon.

2 collecties gordijnen zitten nog in een waarschijnlijk onmogelijk traject. De ene was sterk verdroogd en ik kreeg er geen kleur meer op (Voetje in water methode) De andere is een van die Telemonia's met paars en dikke steel waar ik vaak niet mee uitkom.

 

Zonder foto

 

De lepista bij de koeien was L. sordida

Melkzwammetje in kruipwilg was L. theiogalus